Is Google de g-plek van elke zwangere vrouw?

Google is zonder twijfel de plek met alle antwoorden, behalve dan op die ene vraag die vaak gesteld wordt aan zwangere vrouwen: hoe voel je je?

      Het antwoord op die vraag zou even eenvoudig moeten zijn als de vraag zelf: ‘goed.’ Of ‘slecht’. Of ‘vermoeid’. Dat klinkt ook altijd geloofwaardig als je zwanger bent.
      Maar eerlijk? Zelf wist ik lange tijd niet echt wat te zeggen en daar had mijn zoekgeschiedenis op Google alles mee te maken. Dat lijstje met zoektermen verraadde namelijk veel over mijn fysieke en mentale toestand.
      Als ik zocht naar informatie over prenatale depressies was het een slechte dag. Op goede dagen wou ik weten hoe groot de foetus al was en kwam ik uit bij afbeeldingen van blije olijven, avocado’s en sinaasappels. Op vermoeide dagen downloadde ik meditatie-apps en een enkele keer zocht ik oefeningen om mijn bekkenbodemspieren te trainen. Als je drie keer bijna in je broek plast, grijp je blijkbaar nog eerder naar Google dan naar incontinentieverbanden.
      Voor alles wendde ik me tot het internet, omdat er geen andere plek ter wereld is waar je zo schaamteloos jezelf kan zijn. Achter je computerscherm kan je zonder rode wangen of haperingen vragen stellen over de grootte van je tepelhof, de kleur van je afscheiding of de duistere gedachte dat je misschien beter een puppy had gekocht dan een kind.
      En toch. Al doende merkte ik dat ik niet zo nodig op zoek was naar antwoorden. IK WOU VOORAL BEVESTIGING KRIJGEN. Het moest zwart op wit staan dat elke gedachte, elke gewaarwording of twijfel die ik had normaal was. Ook als het met de grootte van mijn tepelhof te maken had. Vooral dan. En juist daarom is Google daadwerkelijk de g-plek van elke zwangere vrouw.
      Maar uiteindelijk is gebleken dat ook goed uitgedachte zoekmachines niet feilloos zijn. Zo werd mijn kind in uterus ook al eens verward met een hardnekkige constipatie, een buitenbaarmoederlijke zwangerschap en tot tweemaal toe zou ik met een windei gezeten hebben.
      Google is duidelijk niet altijd even optimistisch noch betrouwbaar. Het ergste is er altijd een optie, want je begint met een vraag over aardbeien en eindigt met aambeien. Zelf meegemaakt. Als je dan ook nog per ongeluk op ‘afbeeldingen’ klikt, ben je er vast helemaal klaar mee. Als je echt iets wilt weten, vraag je het beter gewoon
even aan de dokter.
      Dus hoe ik me voelde? Goed, eigenlijk. Ondanks mijn zoekgeschiedenis.


Deze en andere Frequently Asked Questions over het moederschap beantwoord door Nele Reymen


FAQ: het moederschap

Is Google de g-plek van elke zwangere vrouw? Welke kleuren kan de roze wolk hebben? Zijn baby’s emo-eters? Kan je onderhandelen met een kleuter? Doen andere moeders ook maar wat? Wat is de ultieme vorm van zelfzorg? Hoe verlopen de tropenjaren? En is één kind plus één kind gelijk aan twee kinderen?

Deze en andere Frequently Asked Questions over het moederschap worden in dit boek beantwoord door Nele Reymen. Of net niet. Ze is moeder van twee dochters en deelt in Flair al jaren haar ervaringen en onkunde over dat moederschap, vanaf de conceptie tot de kleuterklas. Met humor én diepgang schetst ze een heerlijk eerlijk beeld, van dubbele kraamverbanden over een zalige en een zeer moeilijke postpartumperiode tot niet zo mild ouderschap. Daarbij geeft ze andere moeders wat zo nodig is: herkenning en erkenning.

Want net zoals alle moeders heeft ook zij vragen.
Zo veel dat ze soms denkt: F*CK het moederschap!

(Sorry kindjes, mama bedoelt ‘FAQ’.)

Een heerlijk eerlijke trip door de hoogtes en laagtes van het moederschap.