Laudatio 'Witte oren' - Geert Hoste

Op 4 november stelde Louis van Dievel Witte oren voor op LEES! Het boekenfestival in Antwerpen Expo. Performer, columnist en veellezer Geert Hoste bracht een laudatio. 


Goedenavond,
Laat me beginnen met de afbakening van de opdracht die ik kreeg.

Mij is gevraagd om Louis van Dievel te interviewen op dit evenement.
Mij is gevraagd om Louis van Dievel te interviewen over zijn nieuw boek:
Witte Oren.

Voor mij betekent deze opdracht een enorme promotie.
En dat om diverse redenen.
Vroeger vroeg men mij meestal om een boek te bespreken.
Ik stak daar dan gigantisch veel tijd in.
Alsof het een doctoraatsthesis betrof.
Ik zocht naar lijnen, dubbele bodems, scherpe observaties, verwijzingen naar de wereldliteratuur, paralellen met het leven van de auteur, details uit zijn eigen leefwereld…Maanden was ik ermee bezig, in vele gevallen langer dan de schrijver aan zijn eigen boek.

Ik schreef en herschreef tot ik een essay had dat, volgens kenners, gerust kon meedingen naar  internationale literaire prijzen…

Ik maakte van die besprekingen bovendien een voorstelling, een echte conference,
Want dat verwachten de kijkers, lezers, toeschouwers en opdrachtgevers van een conferencier.

Niet alleen deed ik dat voor nieuwe boeken, maar ook voor vernissages van bekende schilders en talentvolle beeldhouwers, openingen van sterrenrestaurants, eerste ritten met wagens, nieuwe films, ja zelfs hele fabrieken, opslagplaatsen, kanalen en dokken, zelfs tunnels, bruggen en andere kunstwerken.

Het publiek vond het goed. De opdrachtgevers waren achteraf meestal te druk met de verkoop van de boeken, beelden en schilderijen, de schrijvers zaten te signeren, de filmregisseurs lagen ondertussen al lang met een nieuwe ontdekking in een hotelkamer voor een casting, politici waren bezig met hun carrière, ondernemers waren al lang weer vertrokken naar een volgende investering

Als ik dan alleen naar huis keerde, kreeg ik in het beste geval een fles wijn in mijn handen gestopt.

Wijn, waarvan ik pas veel later bij een gezellig etentje trots het etiket toonde aan de gasten en dat ik de fles had gekregen van deze of gene bekende schilder, schrijver, uitgever, producent… Dan werd het etiket gescand en me onder de neus gewreven dat het een koopje uit de ALDI was. En dat ik daar niet meer moest mee komen aanzetten.

Maar vanavond werd mij gevraagd om Louis van Dievel te interviewen op dit evenement. Mij werd gevraagd om Louis van Dievel te interviewen over zijn nieuw boek: Witte Oren. De uitgever wilde deze keer vooral geen bespreking. Want anders moest hij mij een fles wijn geven.

Louis van Dievel dus.

Om kort te zijn: ik deel hem ongegeneerd in bij de beste en origineelste schrijvers van het Nederlands taalgebied sinds, ja sinds… Data zijn niet belangrijk.
Hij wordt gewoonweg ernstig ondergewaardeerd.

Samengevat komt het gesprek, dat ik hierna met de auteur zal hebben, hier op neer:

"Wat Elsschot was voor de twintigste eeuw, is Louis van Dievel voor de éénentwintigste.
Al de rest is niet van belang."

U mag die zin gerust verspreiden, als u maar niet vergeet van wie die zin komt.

Maar laat me, voor ik de auteur het woord geef, ook kort uitleggen waarom ik vind dat dit zo is.

Louis van Dievel schrijft humor. Humor schrijven is het moeilijkste wat er is. Ik lul niet uit mijn nek.

Sinds 1901 zijn zelfs weinig Nobelprijswinnaars Literatuur erin geslaagd iets grappigs te schrijven. Het tegenovergestelde is eerder waar, luister maar naar het geneuzel van Bob Dylan. Ja, ja. Ik ken mijn klassiekers. Bergson heeft een werk geschreven over ‘le rire’ en Dario Fo is soms grappig… maar er zijn in het verleden Nobelprijzen voor de Vrede uitgereikt die meer op de lachspieren werkten dan alle Nobelprijzen Literatuur samen.

Weet u waarom dat zo is?
Omdat humor schrijven bijna onmogelijk is.

Humor op zich al moeilijk. Maar het opschrijven?
Een gelegenheidsdichter tovert wel eens verrassend rijm uit het rijmwoordenboek. Dat wel.

"Humor schrijven is het moeilijkste wat er is."

Humor op zich al moeilijk. Maar het opschrijven?
Een gelegenheidsdichter tovert wel eens verrassend rijm uit het rijmwoordenboek. Dat wel.

Maar andere humoristen hebben niet voldoende aan het woord op zich.
Een cartoonist moet zich redden met zijn tekening.
Een stand-up comedian met zijn stem. En zijn présence. En zijn timing.
En in mijn geval ook zijn uiterlijk.

Maar een schrijver zit daar maar te wringen op zijn stoeltje…
Moeilijk, moeilijk, moeilijk.

Mijnheer Louis van Dievel, met kleine v, wat is uw geheim?


OVER DE COVER

 

Als er dit jaar één boekomslag de Grote Prijs Jan Jambon verdient,

dan is het de cover van Witte Oren.

Schitterend werk van Mario Debaene.

 

Zie je witte oren? Neen!

Geen wit en geen oren op de cover!

Je ziet een hele donkere kaft.

Het lijkt wel een linosnede van Frans Masereel.

 

Je herkent een dorp. Een Vlaams dorp. Met een kerk. Zoals het agglomeratiebord.

Er staat geen moskee op. Wel de seculiere variant, een ‘nachtwinkel’.

 

Op de achterkant prijkt een postzegelfoto van Louis van Dievel.

Een mannequin, een fotomodel, toch in vergelijking met Marc Uytterhoeven.


OVER DE TITEL

 

Blauw plekken,
rode oren,
groen tot achter oren,
je ziet er geel uit of grijs…
Maar witte oren?

Eind van de zomer op de auteursborrel van Uitgeverij Vrijdag stond ik naar de auteur te luisteren. Hij vertelde me over ‘Witte Oren’. Hij legde me uit wat Witte Oren zijn. Ik had er nog nooit van gehoord.

Toen hij wilde vertellen over de roman kwam de promotiedame ons onderbreken omdat de uitgever zou speechen. Ons gesprek viel stil.

Mijn echtgenote voelde zich die avond niet zo lekker, we zijn onmiddellijk na speech van de uitgever vertrokken.

De volgende keer dat ik Louis van Dievel zag, was bij de voorstelling van het boek van Patrick Van Gompel. Omdat het onbeleefd is om bij een boekvoorstelling van een ander auteur over het eigen werk te spreken, heb ik niet verder gevraagd naar ‘Witte Oren’.

Boekvoorstellingen en borrels bij uitgevers zijn niet bedoeld voor gesprekken over literatuur. De gesprekken moeten beperkt blijven tot roddelen over collega’s en vissen naar elkaars royalty-percentages.

Ik kan wel nog deze wetenswaardigheden meegeven:

• Oreille Blanches is een Frans symbool voor slechthorenden, waarmee ze willen tonen dat ze slecht horen. Zoals een witte stok voor de slechtzienden.

• Blanche Oreille is dan weer een gehucht van Assenois in de provincie Luxemburg.

• In het Engels zijn white ears… schilfertjes! Witte pellekens, die uit de oren vallen.

 

Geert Hoste
Antwerpen 04112021


Witte oren: de belangrijkste personages

Tegen roddels en verdachtmakingen is geen kruid gewassen. In Kerkevoort weten ze daar alles van. Wanneer Lucienne Stassen, die haar hele leven iedereen heeft beloerd en bespioneerd, op sterven ligt, hangt ze met pervers genoegen de vuile was van het dorp uit. Maar wat is er waar van de beschuldigingen van overspel, verkrachting en zelfs pedofilie? Maak hier kennis met de belangrijkste personages uit Witte oren van Louis van Dievel. 

Lees meer »