Burgemeester Bart De Wever over Hendrik Conscience

Tijdens de boekvoorstelling van Voor moedertaal en vaderland gaven verschillende sprekers een speech, waaronder burgemeester Bart De Wever. Lees hieronder de speech die hij gaf bij de feestelijke presentatie van de Conscience-biografie van Johan Vanhecke.

Geachte Dames en Heren,

Ik ben vereerd om hier vanavond in het Letterenhuis even het woord te mogen nemen. Nu de corona-ellende stilaan gaat liggen en het openbare, politieke en culturele leven weer op kruissnelheid draait, stroomt mijn agenda net niet helemaal vol. Maar deze boekvoorstelling stond met stip genoteerd.

"Het realiseren van Voor moedertaal en vaderland is een boekengebeurtenis van de eerste orde."

Vanavond houden we een literair-historisch kantelpunt in de receptie en betekenis van werk van Hendrik Conscience boven de doopvont. De auteur Johan Vanhecke heeft daarnet zijn monumentale werkstuk toegelicht. Sta me om die reden toe in deze kleine toespraak aan te geven waarom ik het realiseren en bij Uitgeverij Vrijdag verschijnen van ‘Voor moedertaal en vaderland’ een boekengebeurtenis van eerste orde vind.

Johan Vanhecke heeft de euvele moed opgebracht het nog altijd levende, vooringenomen clichébeeld dat rond het werk, de figuur en de betekenis van Hendrik Conscience hangt te corrigeren. Dat is in het eenzijdige postmoderne intellectuele klimaat dat vandaag regeert, geen vanzelfsprekende missie. Vele jaren lang is Conscience misprijzend weggezet als een heimatschrijver, een Vlaams-voelende naïeve dwaler en verkoper van dromen. Zijn ‘Leeuw van Vlaanderen’ werd jarenlang gedemoniseerd: in elkaar geflanste mythologie, amateuristische romantiek en heimwee, anti-Belgische oprispingen. Kort door de bocht, zal iedereen na lezing van dit topwerk begrijpen. Toch is er alles aan gedaan Conscience jarenlang in die framing gevangen te houden. Te verguizen. Weg te gommen uit de geschiedenis.

"Vele jaren lang is Conscience misprijzend weggezet als een heimatschrijver, een Vlaams-voelende naïeve dwaler en verkoper van dromen."

Hendrik Conscience begreep nochtans als één van de belangrijkste literaire talenten van zijn tijd dat literatuur een hefboom kon zijn om de Vlaming zelfrespect en zelfbewustzijn bij te brengen. Binnen de Belgische context van zijn tijd moest het mogelijk zijn via de weg van culturele emancipatie een belangrijke bouwsteen aan te dragen om de Vlamingen te geven, waar ze als meerderheid van dit land recht op hadden. Eigenlijk wilde Conscience daarmee bijdragen aan een beter België, en zou hij allicht vandaag opschrikken van de mislukking van België als natiestaat en van de Vlaamse natievorming die daaruit voortsproot.

Alleszins begreep Conscience dat Vlaanderen nood had aan verbindende verhalen die trots, fierheid en ambitie in een weerbare gemeenschap moeten pompen. Zelfs wanneer de historische waarheid deels wordt geromantiseerd of verheerlijkt. We vergeten te gemakkelijk dat tijdens de tweede helft van de 19de eeuw veel Vlamingen lezen, noch schrijven konden. Geld voor boeken was er in arme en verpauperde gezinnen niet. Met een beetje geluk was er in het dorp een onderwijzer, een pastoor, een dokter of een notaris die bij een snorrende kachel kon voorlezen uit ‘De Leeuw van Vlaanderen’. Of uit de sociale aanklacht ‘De Loteling’, waarin Conscience de willekeur hekelt waarmee arme sloebers wel naar het leger moesten en jongens van betere komaf daar makkelijk aan ontsnapten. De militiezaal in ons stadhuis herinnert aan deze geschiedenis.

Dames en Heren,

Wat de biografie ‘Voor moedertaal en vaderland’ zo bijzonder en ook voor niet-literaire fijnproevers zo boeiend maakt: het werk is zoveel rijker dan het relaas van een moeizaam bevochten schrijverscarrière en literaire receptie.

Het is Johan Vanhecke gelukt de 19de eeuw opnieuw tot leven te wekken in een even gul als zorgvuldig geschilderd fresco dat het literaire onderzoek ver overstijgt.

De lezer stapt in een Vlaanderen dat niet meer bestaat. Maar waar de kiemen zijn gezaaid van de rijke vruchten die we vandaag plukken.

"Het is Johan Vanhecke gelukt de 19de eeuw opnieuw tot leven te wekken in een even gul als zorgvuldig geschilderd fresco dat het literaire onderzoek ver overstijgt."

Wat mij enorm heeft getroffen is de veerkracht waarover ook zelfs de meest eenvoudige lieden in die dagen beschikten. Om tegenslag en armoede te willen overwinnen. Jonge vrouwen verloren niet zelden meer dan één kind. Ook Hendrik was een zwak jongetje en diende zich met krukken te behelpen. Toen zijn moeder overleed, bouwde vader Conscience een huis met sloophout van schepen. Sociale zekerheid was onbestaande, psychologische bijstand bestond niet, het welzijnswerk zou pas veel later worden uitgevonden. De onderlaag van de samenleving probeerde zich er doorheen te slaan, het hoofd boven water te houden, in leven te blijven. Met ‘twee keer niks’. Een brood, een bord pap. En als troost een flets glas bier of een borrel. Water drinken was levensgevaarlijk, de blauwe dood lag op de loer.

Al die ploeterende sloebers werd door het nog jonge België als tweederangsburgers beschouwd. Het Nederlands werd door het Franstalige establishment als een taaltje voor boeren, landlopers en geboefte weggezet. De onderwijs-en bestuurstaal was het Frans. Conscience komt de historisch waardevolle eer toe die verlammende omknelling te doorbreken. Tijdens de begrafenisstoet van Antwerpen-Centraal naar de begraafplaats op het Kiel, stonden de toeschouwers rijen dik op de stoep. Velen huilden, sloegen een kruis, bogen het hoofd voor de Vlaamse voorganger. Vlaggen hingen halfstok.

Conscience was in zijn tijd een geliefd voorman. Conscience leerde zijn volk lezen. Geen geringe prestatie, zeker niet in de tijd van toen. Geen volk in Europa heeft voor zijn symboliek zoveel te danken aan één schrijver als de Vlamingen aan Conscience. Eén, woord was voor Conscience heilig: VOLKSVERHEFFING. Dat woord is helaas in onbruik geraakt en zelfs verdacht geworden.

Geachte Dames en Heren,

Oprechte waardering voor de auteur van dit titanenwerk, Johan Vanhecke (1957, mda). Verbonden aan het Letterenhuis als hoofd archiefverwerking. Hij verdiepte zich eerder in het rijk gevulde leven en werk van ‘onze’ Hubert Lampo, Gentenaar Johan Daisne en Hugo Verriest die aan de wieg van de brede Vlaamse beweging en de sociale en culturele emancipatie van Vlaanderen stond.

"Oprechte waardering voor de auteur van dit titanenwerk"

Tussen de bedrijven door vond gulzige omnivoor Johan nog een gaatje om zich te verdiepen in de Halewijnballade. Zijn studie ‘Het hoofd werd op de tafel gezet’ – voor elke politicus een wel zeer herkenbare titel – werd bekroond met de Provinciale Prijs voor Geschiedenis en Volkskunde. Zijn verrassende en originele bijdragen aan de literaire bladen ‘Zacht Lawijd’ (met veel aandacht voor de mens achter het werk, mda) en ‘Zuurvrij’ (mededelingenblad Letterenhuis, mda) steken ver boven het maaiveld uit. Zij bezorgen de literaire snuffelaar heel veel leesplezier en een waterval aan pittige anekdotes, obscure weetjes en onthullingen in de amoureuze sfeer. Trouwe lezers van Johans essays, beschouwingen en speurwerk naar vergeten juweeltjes in alle uithoeken van de rijk gevulde kamer die Vlaamse letteren heet, kunnen hun gehoor in kroeg en restaurant even geestig als erudiet onderhouden over meer dan anderhalve eeuw Vlaamse Letteren. Johan Vanhecke neemt als geen ander het stof af van vergeten literaire parels en obscure auteurs die in de nevelen van de tijd en onze literaire geschiedenis zijn verdwenen.

Dames en Heren,

In de boekentoptien houdt de belangstelling voor de meervoudige betekenis van ons verleden wonderbaarlijk stevig stand.

Spontaan denk ik aan de geschiedenis van de Bourgondiërs van Bart Van Loo. Ik denk aan ‘Wildevrouw’ van Jeroen Olyslaegers. Ik denk aan de boeken van oud-VRT coryfee Johan Op De Beeck waarin de hobbelige geschiedenis van België en zijn koningshuis zowel wordt gereconstrueerd als kritisch gefileerd. Met het recente ‘Antwerpen/De Gloriejaren’ brengt de Brit Michael Pye onze Gouden Eeuw op een fascinerende en originele, vertellende manier opnieuw tot leven. Ik denk aan Eric Min die met ‘Gare Du Nord’ het wedervaren van Belgische en Nederlandse kunstenaars in Parijs opnieuw tot leven wekt. Hugo Claus is één van hen.

‘Voor moedertaal en vaderland’, de Conscience-biografie, die we vandaag op Vlaanderen loslaten, hoort thuis in een langer wordende rij biografieën. Deze houden de geschiedenis van de Vlaamse Letteren en de bredere Vlaamse geschiedenis in al haar geschakeerde facetten voor de toekomst vast.

Er is een stevige plank en een ruim bemeten boekenkast nodig om de reeds gebiografeerde Vlaamse Reuzen op een rij te zetten.

Ernest Claes, Herman Teirlinck, Felix Timmermans, Stijn Streuvels, Albrecht Rodenbach, Alice Nahon, Jan Walravens, Roger van de Velde, Richard Minne, Karel Van de Woestijne, Lode Zielens …

Deze opsomming is niet compleet.

Vandaag voegen we de monumentale biografie van onze oer-schrijver Hendrik Conscience toe.

Biografieën van Hugo Claus, Paul van Ostaijen en Emmanuel De Bom zijn onderweg. En ook deze opsomming is niet compleet.

Breng zijn standbeeld een groet wanneer u de naar hem genoegde Erfgoedbibliotheek hebt verlaten, op weg naar café of restaurant in de schaduw van de Carolus Borromeuskerk op het levendige Conscienceplein.

En dank biograaf Johan Vanhecke om een standbeeld van steen en brons opnieuw tot leven te hebben gewekt tot het met verve en kennis van zaken geborstelde portret van een veelzijdig, gedreven en talentvol man van vlees en bloed.

Ik dank u.


Alle speeches bij Voor moedertaal en vaderland