Lise Delabie bereidt je leeservaring van 'Alles valt' voor

Tijdens de boekvoorstelling van Alles valt, een speels gestileerde roman van Sylvie Marie,  gaf Lise Delabie een introductie bij het boek. Lees hieronder haar speech.

“Als Caro echt van hem zou houden, had ze de wasmand beneden laten staan. Als ze het hem echt zou gunnen, dan kwam ze nu niet de kamer binnen om die mand bij de strijkplank te zetten. En al zeker niet om het te hebben over De Keukenspecialist. […] Het kon niet anders dan dat ze wilde dat hij bleef aanmodderen zodat er niets hoefde te veranderen en ze hem maar niet te veel met anderen hoefde te delen. Want ze hadden het goed.”

Een man zit te schrijven aan zijn bureau, zijn vrouw komt binnen met een wasmand. Een banale huiselijke scène, maar niet voor Roderik Deroo. Hij hangt er heel wat gedachten aan op. Veronderstellingen zijn het, aannames, maar ze zijn genoeg om een volledig leven aan het wankelen te brengen.  

"Veronderstellingen zijn het, aannames, maar ze zijn genoeg om een volledig leven aan het wankelen te brengen."

Als ik één iets geleerd heb in de jaren dat ik schrijfles volgde bij Sylvie, dan is het wel dat er twee dingen nodig zijn om een roman te schrijven: doorzettingsvermogen en lef. Alles valt is zo’n boek dat van die eigenschappen getuigt. Doorzettingsvermogen, omdat er acht jaar werk en precisie in steken, en lef, omdat Sylvie het in haar roman aandurft om onze minder mooie emoties diepgaand te onderzoeken.

Alles valt heeft een ogenschijnlijk klassiek begin:

“Het was vier uur ’s middags, een zaterdag half oktober en Roderik Deroo hoorde een bladblazer brullen. Dat terwijl er in de hele Gentse Stropstraat geen enkele boom te bekennen viel.”

De eerste zin roept meteen de sfeer op van een grote familieroman. Is het toeval dat er ook bij De correcties van Jonathan Franzen op de eerste pagina een bladblazer opduikt? Bij Sylvie duiken we meteen het nu in: Roderik zit aan zijn bureau, probeert te schrijven, maar verliest zichzelf vooral in lijstjes op sociale media. 30 signs you’re almost 30, de 15 meest hilarische Google Street Viewfoto’s, zeven redenen om naakt te slapen. Eén lijstje in het bijzonder houdt zijn aandacht vast: de dertien meest angstaanjagende plekken op de wereld. Het zijn plaatsen die hem aan het denken zetten, die tot zijn verbeelding spreken. Wat doet het met iemand om in het Zelfmoordbos in Japan te zijn? Wat is, kortom, de impact van ruimte op iemands handelingen?

Terwijl Roderik tevergeefs probeert om zijn verhalen op papier te krijgen, voelt hij hoe de kooi die hij voor zichzelf gebouwd heeft almaar kleiner wordt. Steeds opnieuw is er het dagdagelijkse leven met was en plas en de zorgen voor het kind, dat tussen zijn ambities komt fietsen. Steeds opnieuw is er dat gebrek aan concentratie waardoor hij ook op professioneel vlak fouten begint te maken. En steeds opnieuw is er zijn vrouw die hem zachtjes weer in het gareel brengt. Zelfs zijn naam is één lange verveling als je die na elkaar herhaalt: roderikderoderikderoderikdero. Hoog tijd om het script te herschrijven.

“Het is een fase” wordt de titel van Roderiks verhaal, dat we integraal te lezen krijgen. Dit verhaal in de stijl van Murakami gaat over een zelfmoordpoging in het zelfmoordbos van Japan en doet vakkundig dienst als onheilspellende spiegel voor het vervolg: tot welke acties zal Roderik overgaan als het leven in de Stropstraat almaar verstikkender wordt?

"Alles valt krijgt de noodzakelijkheid van een domino-sequentie."

Sylvie bouwt haar plot zorgvuldig op, waardoor Alles valt ook de noodzakelijkheid van een domino-sequentie krijgt. Elke verkeerd aangeslagen noot, elke tikfout, elke regendruppel of druppel alcohol is een steentje. De ultieme tik wordt veroorzaakt door een meetfout, een legplank die niet past, een keukendeur die nét niet op maat is. Er is geen drama nodig om een drama te creëren.

De precisie waarmee Sylvie elke zet in kaart brengt en elke handeling bevraagt doet denken aan Jonathan Franzen. Roderik Deroo geeft ons voortdurend inzicht in zijn motivaties en de gedachten die eraan ten grondslag liggen, net zoals de personages van de Amerikaanse auteur dat doen. Soms voert Roderik een toneeltje op, theatraal gehijg incluis, “Een béétje vuur op de scène mocht wel”, maar vaker houdt hij zijn gevoelens minutieus tegen het licht. En die gevoelens zijn niet fraai. Jaloezie, minderwaardigheid, schuld en vooral schaamte worden met een authentieke blik onderzocht.

“Het kon niet anders dan dat hij zich daar achter het glas, als door een broeikaseffect beïnvloed, almaar schuldiger zou voelen, zeker nu tot hem doorgedrongen was dat hij ook van medelijden genoot. Hij walgde plots van zijn eigen gevoelens, zijn hele innerlijke belevingswereld leek hem zo gecorrumpeerd dat hij aan niets anders meer kon denken dan aan stinkende, borrelende modder, smerige wormen, krioelende maden, van in zijn tenen tot boven zijn oren.”

Het onderzoek naar zijn eigen emoties vormt de kern van Alles valt. Het leidt Roderik naar meer obscuur verdriet dan hij zelf voor ogen had.

Alles valt lezen is daarmee niet zonder risico’s. Sinds Sylvies boek heb ik last van agnosthesia, altschmerz, onism, vemödalen, mal de coucou en monachopsis, maar dat neem ik er graag bij. Alles valt is een intelligente roman, doorspekt met humor. Een boek met lef, dat lelijke maar herkenbare emoties durft benoemen. Een boek dat laat zien hoe mensen een zelfbeeld bouwen op basis van veronderstellingen, en hoe alles even snel kan ineenstuiken als een kaartenhuis. Zo’n leeservaring is al dat obscure verdriet meer dan waard.


Alle speeches bij Alles valt