Leesfragment: Vrouwen♥voetbal - Tessa Wullaert & Pieter-Jan Calcoen

Vrouwen♥voetbal vertelt het (vaak frustrerende) parcours van het vrouwenvoetbal: van speelsters met schuilnamen over WK-matchen van amper tachtig minuten tot de geboorte van de Red Flames. Lees hier alvast het eerste hoofdstuk.


Vrouwen♥voetbal

Tessa Wullaert & Pieter-Jan Calcoen

ISBN: 9789464341027
Prijs: €22,50


Alle begin is moeilijk

 

We geven het liever op voorhand aan: de mogelijkheid bestaat dat je geïrriteerd of opstandig zult worden bij het lezen van onderstaande verhalen…
         Uit de gematigde en populaire Schotse krant The Herald, op maandag 9 mei 1881:
         ‘Een behoorlijke nieuwe voetbalpartij vond vorige zaterdag plaats in Edinburgh, op Easter Road, tussen vrouwenploegen die enerzijds Schotland en anderzijds Engeland vertegenwoordigden. Er was een immense nieuwsgierigheid naar het evenement, bijgevolg was er een grote opkomst. Een paar duizend supporters waren getuige van de match.’ Dat is inderdaad niet slecht: in de Belgische eerste klasse voor mannen zit er tegenwoordig soms minder volk op de tribunes.
         Wat daarentegen vandaag wel beter is: de media-aandacht. Het artikel is immers kort – het is slechts een klein blokje op een binnenpagina – voor wat nochtans een historische gebeurtenis is: de eerste officiële voetbalwedstrijd voor vrouwen. In de achttiende eeuw was er weliswaar ook al sprake van voetballende meisjes in Schotland, maar ‘officieel’ kunnen we dat niet noemen. Vrijgezelle vrouwen speelden toen tegen getrouwde dames, waarbij jongens langs de lijn stonden op zoek naar een bruid. Wie een perfecte dribbel kon uitvoeren of een verschroeiend schot in de benen had, was aantrekkelijker voor de mannen…
         Maar terug naar Schotland-Engeland in 1881. Daarover bericht de reporter van The Herald: ‘De jonge dames waren naar verluidt tussen achttien en vierentwintig jaar oud, en zij waren netjes gekleed. Het Schotse team droeg blauwe shirts, witte pofbroeken, rode kousen, een rode riem, hoge laarzen en een blauw-wit kapje. De Engelsen kozen voor blauw-witte truitjes en rood-witte kapjes.’ Wat de auteur vooral bedoelt met zijn bizarre passage ‘netjes gekleed’, was het feit dat er geen stukje bloot
vlees te zien was. Dat was namelijk verboden. Ook de haren moesten weggestopt worden – vandaar de kapjes of mutsjes.
         De journalist is sceptisch, en laat dat ook duidelijk blijken in zijn publicatie. ‘Het spelniveau was miserabel’, schrijft hij onomwonden, ‘maar een paar individuele leden van de ploegen gaven blijk van enige kennis over het spelletje.’
         Ook de ploegopstellingen staan achteraan terloops vermeld. De elftallen kiezen voor een erg defensieve formatie met zes verdedigend ingestelde speelsters. De weergave van de namen van de speelsters in de kranten is in 1881 eigenlijk nutteloos. Bij latere wedstrijden staat bijvoorbeeld de Schotse Helen Matthews in het doel, maar in de pers wordt haar naam nergens vernoemd. Dat komt omdat alle speelsters zichzelf ‘een voetbalnaam’ geven, uit schrik voor problemen met de overheid of de
politiediensten. Het is gewaagd om als vrouw in 1881 een sport te beoefenen die voor de superieure mannen bedacht is. Matthews zelf, die overigens talent blijkt te hebben, beweert daarom ‘mevrouw Graham’ te zijn.
         Afsluitend staat er in The Herald een beknopt verslag van het duel op 7 mei 1881: ‘In de eerste helft scoorde Schotland, spelend tegen de wind in, één keer, en in de tweede helft maakten ze nog twee doelpunten, de opponent bleef op nul steken. Zo kwam het tot een 3-0-einduitslag. St. Clair en Cole zorgden voor de eerste twee goals, de derde kwam er na een actie van speelsters Stevenson en Wright.’
         In de andere kranten is er een soortgelijke teneur. In Dunfermline Journal staat er wel nog één opmerkelijke zin. Dat dagblad vermeldt dat meer dan de helft van de fans voor het laatste fluitsignaal vertrok, om zo te insinueren dat het vrouwenvoetbal niet in de smaak viel. 
         Ach ja, alle begin is moeilijk. De tweede match kon het alleen maar beter gaan, nietwaar?

 

Viel dat even tegen, zeg…
         Op 16 mei 1881 spelen de dames, die overigens nauwelijks trainen in aanloop naar hun wedstrijden, opnieuw tegen elkaar, ditmaal in de Schotse stad Glasgow. De aandacht is nog overweldigender dan in Edinburgh: bij deze match zijn er, volgens lokale media, ongeveer vijfduizend toeschouwers aanwezig. De mannelijke aanwezigen gedragen zich niet echt hoffelijk: ze lachen de dames opzichtig uit, hun gezangen hebben een spottende ondertoon.
         De vrouwen trekken zich evenwel niks van de kritiek aan en doen wat ze graag doen: voetballen. De fans zitten dan weer te morren, want, zo staat er in kranten uit die tijd te lezen, ‘de onwetendheid van de meisjes over het spel en de tactiek’ begint hen te irriteren, net als de zwakke, mannelijke scheidsrechter. Die kent bijvoorbeeld geen hoekschoppen toe, hoewel dat een basisregel is in het (mannen)voetbal.
         Het blijft lange tijd 0-0, ook op dat gebied is er volgens de supporters te weinig spektakel. Rond minuut 55 weten zij met hun verveling geen raad meer, en dus vinden ze er niks beters op dan het veld te bestormen. De speelsters moeten vluchten met de voertuigen die hen naar het stadion gebracht hebben. Die worden bekogeld met projectielen. Uiteindelijk moet de politie ingrijpen om de gemoederen te bedaren. De agenten gebruiken daarvoor zelfs hun wapenstokken.
         Later wordt gefluisterd dat de toenmalig negatieve ondertoon van de journalisten over het vrouwenvoetbal niet geholpen heeft om de sfeer in Glasgow positief te houden. Er is in de media minachting over de outfits, het uiterlijk van de vrouwen en het niveau. Maar of het daardoor tot rellen kwam, is onzeker.
         De conclusie van de minder bekende krant Nottinghamshire Guardian na de incidenten is weinig hoopgevend: ‘Dit was hoogstwaarschijnlijk de eerste en de laatste vertoning van een vrouwenvoetbalmatch in Glasgow.’ Het weinig toonaangevende The Leeds Mercury voegt eraan toe: ‘Het vrouwenvoetbal heeft een erg kort leven gehad, het was bovendien geen vrolijk leven. Na wat er gebeurd is, is het vanzelfsprekend dat de autoriteiten deze vernieuwing zullen afkeuren.’
         Het wordt alleen maar complexer wanneer Kilmarnock Portland FC, de club in wiens stadion een derde confrontatie gespeeld zou worden, besluit om de vrouwen te weigeren op hun terrein. Geen veld, geen wedstrijd, uiteraard. Een nieuwe tegenslag.
         Het vrouwenvoetbal lijkt dan al aan zijn einde gekomen.

 

Het blijkt allemaal voorbarig, want de Engelse en Schotse voetballiefhebsters willen van geen opgeven weten. Zij vinden dat vrouwen op gelijke hoogte horen te staan met mannen – in de samenleving in het algemeen, zeker in de politiek – en willen dat via het voetbal aantonen. Omdat ze in Schotland niet langer welkom zijn, steekt Helen Matthews met haar vriendinnen de grens
over, richting Engeland.
         Slechts een paar dagen na de blamage in Glasgow organiseren de dames op 21 mei een nieuwe match op het veld van Blackburn Olympic, een in 1877 opgerichte club in Blackburn, Engeland. Het zijn opnieuw Engeland en Schotland die tegenover elkaar staan, al is dat twijfelachtig. Volgens sommige bronnen komen alle speelsters uit de Schotse stad Glasgow en nemen er geen Engelsen deel, waardoor het onduidelijk is of er in de vorige matchen wel Engelsen meespeelden. Deze keer zijn er vierduizend fans opgedaagd, wat slechts twintig procent minder is dan in Glasgow. Het blijft de hele tijd rustig, het wordt een aangenaam schouwspel. Een opsteker.
         Het duel is spannend. Voor de pauze weet niemand te scoren, na de rust lukt dat wel. Zowel ‘Engeland’ als Schotland maken een goal, maar de scheidsrechter keurt beide treffers af om onduidelijke redenen. Pas in het slot mogen de fans juichen: ‘Engeland’ klopt de Schotse doelvrouw: 1-0.
         Iedereen heeft zich geamuseerd, een mens zou denken: het vrouwenvoetbal kent eindelijk een echte start en lijkt vertrokken om een succes te worden. 
         Mmmm…
         In de weken die volgen, zijn er nog meer wedstrijden. De ene verloopt beter dan de andere. Zo klinkt het in de kranten dat een 3-2-overwinning van Schotland ‘een mooie pot voetbal was’, wat een prachtig (en eerder uitzonderlijk) compliment is. Maar er zijn nog altijd ontgoochelende avonden, zoals die op 28 mei 1881. Supporters zijn naar Liverpool afgezakt om te genieten
van vrouwelijke dribbels en doelpunten, maar de teams zelf komen niet opdagen.
         Bij de damesmatch op het terrein van mannenclub Cheetham FC is het evenmin allemaal rozengeur en maneschijn. Daar steelt een man de opbrengsten van het evenement – een toegangsticket kost één shilling, wat voor die tijd extreem duur is – en heerst er opnieuw onrust in het stadion. Ook is de wedstrijd met vertraging begonnen, de speelsters komen een halfuur te laat aan, wat de onrust doet toenemen. Alweer moet de politie tussenbeide komen.
         Omdat het een onbegonnen zaak lijkt, maken de vrouwen in juni 1881 een einde aan hun voetbaltournee. Ze hebben het gehad met de vele ruzies en voelen dat Engeland en Schotland nog niet klaar zijn voor hun sport. Dat valt ook te merken in de kranten: de journalisten negeren het vrouwenvoetbal niet, maar de aandacht is wel beperkt en de artikels zijn grotendeels negatief.
         Dat was niet terecht, als je het ons vraagt. De dames uit 1881, met pofbroeken en mutsjes, mogen voetbalpioniers  genoemd worden.

 

Dat woord is ook van toepassing op de Engelse Nettie Honeyball, die in 1895 in Londen van zich laat horen. Deze twintiger uit de middenklasse lanceert – met steun van Helen Matthews, die er in 1881 al af en toe bij was – een advertentie in een dagblad om vrouwen aan te sporen zich in te schrijven bij de British Ladies Football Club. Ze zoekt minstens dertig vrijwilligsters. Zonder
de advertentie zou dat sowieso niet lukken: velen weten niet eens dat vrouwenvoetbal bestaat.
         Net als in 1881 is het dan nog steeds geen pretje om een vrouw te zijn. Maatschappelijk gezien beschouwt men de vrouwen nog altijd als minderwaardig aan de mannen, zowel intellectueel als lichamelijk. De dames staan in voor ‘de was en de plas’ en staan als huisvrouwen volledig ten dienste van hun echtgenoten of broers.
         Het is niet zo dat meisjes helemaal niet mogen studeren. Zij worden aangemoedigd om zich te ontwikkelen op gebied van taal en muziek, maar die kennis is niet bedoeld om carrière te maken – ho maar! –, wel om meer kans te maken om een rijke man aan de haak te slaan. Bovendien mogen ze ook niet te slim worden, anders bestaat het risico dat ze een potentiële echtgenoot intimideren, en dat zou een fijn huwelijk in de weg kunnen staan.
         Nettie Honeyball (een bijnaam, haar echte naam was wellicht Mary Hutson) wil komaf maken met dat keurslijf.
Daarom richtte ze ook de British Ladies Football Club op, maar vrouwen weten in 1895 niet dat ze überhaupt
kunnen of mogen voetballen. Maakt Honeyball geen reclame, dan dreigt een scenario zonder leden, vandaar
haar publieke oproep in de kranten.
         Op 6 februari staat er een interview met Nettie Honeyball in de populaire en volkse krant Daily Sketch. Op de foto is een jongedame te zien die met haar rechterhand tegen een muurtje leunt. Haar linkerhand rust op haar heup. Ze heeft krullen, een bleke huid en donkere ogen. Haar looks zorgen evenwel niet voor controverse, haar kleding wel. Zoiets heeft Engeland nooit eerder gezien. Normaal dragen meisjes er lange rokken en korsetten die hun buik en borst dichtknijpen, in tegenstelling tot Nettie Honeyball op de foto. Zij kiest voor een stoere, mannelijke voetbaloutfit: een shirt met lange mouwen, een korte broek en hoge kousen.
         Haar uitspraken in de krant doen eveneens stof opwaaien. Nettie Honeyball neemt, wat zeker niet vanzelfsprekend is aan het einde van de negentiende eeuw, geen blad voor de mond en zegt wat ze denkt: ‘Er is echt niets belachelijks aan de British Ladies Football Club. Ik ben vorig jaar met de club begonnen, met het vastberaden doel de wereld te bewijzen dat de vrouwen niet zijn zoals de mannen hen afschilderen: nutteloos en sierlijk. Ik kijk uit naar een tijd waarin vrouwen in het parlement mogen zitten en een stem hebben in de zakenwereld, zeker in sectoren die hen het nauwst aan het hart liggen.’
         Honeyballs verhaal wordt ook opgepikt door andere
journalisten. In een ander dagblad zegt ze: ‘Er is geen enkele reden waarom vrouwen geen voetbal zouden kunnen spelen. We kunnen de sport zelfs goed spelen, op voorwaarde dat we ons verstandig kleden en de ons opgedrongen dwangbuiskleding naar de prullenmand verbannen.’ Met andere woorden: wil je als meisje voetballen of sporten tout court, dan moet dat in een korte broek kunnen.
         Ze heeft dan misschien op zere tenen getrapt, Honeyball heeft bereikt wat ze wilde: er wordt over het vrouwenvoetbal
gesproken.
         Het kan dan ook niet anders of de eerste wedstrijd van de British Ladies Football Club zal niet onopgemerkt passeren…
         Toch neemt Honeyball liever het zekere voor het onzekere, wanneer ze, begin 1895, via de krant de eerste match van de British Lady Football Club aankondigt. Beloofd wordt dat er een bekende, gewaardeerde gaste aanwezig zal zijn: Lady Florence Dixie.

 

Lady Florence Dixie is niet de eerste de beste. Zij is een krantencolumniste, schrijfster (haar boeken, zoals Riding Across Patagonia, zijn vandaag nog steeds terug te vinden in de boekhandels) en vooral: ze is een voorvechtster van vrouwenrechten. Als kind al heeft ze een jongensachtig kapsel en wil zij niet onderdoen voor haar broers. Of het nu om lopen, jagen of zwemmen gaat, Dixie wil de mannen evenaren of zelfs overtreffen. ‘Want meisjes zijn niet minder’, is haar filosofie.
         Wanneer ze ouder wordt, brengt Dixie haar mening over emancipatie steeds meer naar buiten. Zij vindt dat meisjes de kledij moeten kunnen dragen die zij willen en dat zij op gelijke hoogte moeten staan als de man in het huwelijk. Die standpunten komen ook naar voren in haar boeken, maar haar gedachten en uitspraken zijn niet zonder risico’s in een tijd waarin alle macht bij de mannen ligt – en de heren willen dat liefst zo houden. Zo ontvangt Dixie een bombrief en ze wordt aangevallen met een mes door twee mannen in vrouwenkleren terwijl ze haar sint-bernardshond uitlaat. Ze stribbelt enorm tegen, wappert met de armen, schreeuwt de hele buurt bij elkaar, en kan met behulp van haar hond ontkomen. Althans, dat is hoe Dixie het vertelt, want achteraf wordt door de politie getwijfeld aan de echtheid van haar verhaal.
         Deze kleurrijke figuur Dixie zal er dus bij zijn wanneer de British Lady Football Club voor het eerst tegen een bal trapt. Het is de zoveelste publiciteitsstunt van Honeyball. Ze wordt beloond voor haar inspanningen: in Noord-Londen zijn er op 23 maart 1895 ongeveer elfduizend mensen die die dames willen zien voetballen.
         Honeyball deelt haar dertig speelsters op in twee ploegen: een zuid– en een noordteam. De dames hoeven, in tegenstelling tot in 1881, niet meer met hoge laarzen en korsetten op het gras te verschijnen, wat hun bewegingsvrijheid ten goede komt. Haarnetjes of -kapjes zijn wel nog steeds verplicht, en die zorgen ervoor dat het spel meermaals stilligt. Wanneer een speelster de bal met het hoofd raakt en een speldje loskomt, moet dat namelijk eerst weer vastgestoken worden.
         De fans zijn verdeeld in hun meningen. Sommigen moedigen de dames aan, anderen lachen hen uit. Sommige
toeschouwers roepen het kwetsende ‘Tommy’ richting de speelsters, insinuerend dat zij er meer mannelijk dan vrouwelijk uitzien.
         De houding van het publiek zorgt voor nervositeit bij de meisjes. Het helpt daarbij niet dat ze nog maar een paar weken voetballen – zij worden getraind door Bill Julian, een voormalige speler van de Engelse mannenclub Tottenham – en nog bijzonder veel vooruitgang te boeken hebben. De eerste drie goals zijn eigen doelpunten, wat alweer voor hoongelach zorgt op de tribunes. De meeste ‘supporters’ vinden het zo erbarmelijk dat ze voortijdig huiswaarts trekken. Zij moeten achteraf via
vrienden vernemen dat het noordteam de partij met 7-1 gewonnen heeft.
         De pers is achteraf zeer negatief. Journalisten noemen de vertoning ‘een grap’ en de vrouwen ‘niet echt schoonheden’. Het weekblad The Sketch is vernietigend: ‘De eerste paar minuten waren voldoende om aan te tonen dat voetbal door vrouwen totaal uit den boze is. Een voetballer heeft snelheid, vaardigheid en lef. Niet één van deze kwaliteiten was waar te nemen. De dames dwaalden voor het grootste deel doelloos over het veld op een onaantrekkelijke manier. Er werd een kleinere bal dan normaal gebruikt, maar zelfs de sterksten konden die niet verder dan een paar meter vooruit trappen.’
         Het is niet het enige negatieve artikel. Zo valt elders te lezen: ‘We hopen ernstig dat dit de eerste en de laatste match was. Er zal altijd nieuwsgierigheid zijn om vrouwen onvrouwelijke dingen te zien doen, maar slechts weinigen zouden willen dat hun eigen echtgenote, zus of dochter hieraan deelnam.’
Honeyball beleeft wat haar vriendin Helen Matthews veertien jaar eerder ook overkwam: ze stuit op weerstand.
         Maar Honeyball laat, net als Matthews, niet zo snel het hoofd hangen. Integendeel zelfs.
         De vijandigheid van de media en de menigte motiveren Honeyball en Matthews juist om door te gaan met de British Lady Football Club. Het is volgens hen het bewijs dat actie nodig is om iets te veranderen. Het kan niet zijn dat mannen vrouwen op deze manier behandelen, is hun terechte mening.

 

Honeyball gaat met haar club op tournee. Die reizen worden gesponsord door Florence Dixie. In de volgende twee jaar speelt de British Lady Football Club zo’n honderd vriendschappelijke wedstrijden waarvan de opbrengsten af en toe naar het goede doel gaan. Wanneer er te weinig speelsters beschikbaar zijn, valt het uitzonderlijk voor dat mannen invallen als keeper. De opkomst is erg verschillend: soms zijn er een paar honderd, soms duizenden toeschouwers.
         De speelster die voetballend het meest in de smaak valt, is Daisy Allen. Zij is amper elf jaar oud, wat haar meteen de jongste van het hele pak maakt, en is slechts een meter twintig groot. Allen is als offensieve speelster wendbaar, snel en doelgericht, wat haar goed van pas komt op de modderige velden.
         Allen maakt zo veel indruk en lijkt zo weinig ‘girly’ dat de twijfels toenemen: is zij wel een vrouw? Na een match in Doncaster, Engeland, kan een toeschouwer dicht genoeg bij ze komen om de dames een vraag te stellen: ‘Is het kleine meisje wel een meisje?’ De man krijgt een raadselachtig antwoord: ‘Ja, dat is hij.’ Het zwengelt de speculaties aan. Een paar dagen later beweert een krant dat Allen de zoon is van een van haar teamgenotes, wat nooit bewezen kan worden. De vleugelaanvalster blijft nadien gewoon opdagen tijdens de wedstrijden en ontpopt zich tot een van de sterren.
         Niet alleen Allen, maar ook de rest van de speelsters doet er alles aan om de fans te vermaken, goed beseffend dat een grote populariteit hen kan helpen om een betere status in de dagelijkse samenleving te verwerven. Na een wedstrijd in Manchester, die gewonnen wordt door de zuidelijke ploeg, houden voetbalsters Montrose uit Londen en Taylor uit Liverpool een sprintduel van een halve mijl (ongeveer achthonderd meter), bedoeld om de massa te entertainen. Geen mens weet waarom, maar Montrose krijgt een minieme voorsprong van drie meter, wat haar helpt om als eerste over de meet te komen. Al gaat dat hardlopen niet van een leien dakje: nadien valt ze flauw…
         Naarmate de maanden vorderen, kost de ontwikkeling van het vrouwenvoetbal de speelsters veel energie. In september 1896 zijn er nog maar een paar dames beschikbaar bij de British Ladies Football Club. Er komen als alternatief een paar matchen tegen mannen – dan hoeft er maar één vrouwenelftal gevormd te worden, wat nog wel lukt –, maar dat is allesbehalve een goed idee. De vrouwen kunnen de fysieke strijd niet aan: in de eerste wedstrijd heeft een van de speelsters na amper een paar minuten al een blauw oog na een botsing. Daarnaast worden de toeschouwers steeds verbaal agressiever naar de
speelsters toe, omdat zij het niet kunnen verkroppen dat een man af en toe figuurlijk in zijn blootje wordt gezet door iemand van het andere - in hun ogen ‘mindere’ - geslacht. Het komt dan ook regelmatig tot schermutselingen. Tijdens een van die incidenten sneuvelt er een ruit van een wagen en bezeert Helen Matthews zich aan de arm. De politieke leiders willen nadien erger voorkomen, en dus komt er van hogerhand een verbod op partijen tussen mannen en vrouwen. 
         Aangezien er dan nog niet genoeg vrouwenclubs en -speelsters zijn, betekent dat meteen het einde van de poging om een doorbraak van het vrouwenvoetbal te forceren.
         De goede intenties van Matthews en Honeyball ten spijt: het hele project is, op en naast het veld, terug bij af. Er is (nog) geen draagvlak: niet voor vrouwenvoetbal, niet voor meer gendergelijkheid in de maatschappij.
         Wat dat voetballen betreft, zal het gelukkig slechts een korte pauze blijken.


Meer leesfragmenten

Leesfragment: Naakt - Mel Meliciousss

Mels ochtenden beginnen jarenlang op dezelfde manier: met de spelletjes die ze met haar vader en zus moet spelen. Mel wil niet, maar ze weet dat het enkel erger wordt als ze zich verzet. Dus Mel droomt. Over hoe ze ooit heel ver weg zal zijn van hier. Jarenlang werd Mel niet gehoord, maar nu doet ze eindelijk haar verhaal,onverbloemd. Lees hier een fragment uit Naakt.

Lees meer »

Leesfragment: Breydel - Lisa Demets

In Breydel brengt Lisa Demets de geschiedenis achter de succesvolle branding van de Brugse familie Breydel. Middeleeuwse kronieken vormen de rode draad in dit verhaal over de weg naar de macht van de beroemdste Brugse beenhouwersfamilie in de veertiende en vijftiende eeuw. Lees hier het eerste deel van de inleiding.

Lees meer »

Leesfragment: Over dit gevoel is nagedacht - Tyche Beyens

Over dit gevoel is nagedacht van Tyche Beyens is een queeste naar de liefde van vier eind-twintigers, die dat veelzijdige begrip stapsgewijs proberen te ontleden. Het is een liefdesverhaal over voelen in een eeuw waarin zo veel wordt nagedacht. Lees hier het eerste hoofdstuk uit Beyens' debuut. 

Lees meer »

Leesfragment: NOU EN - Patrick Van Gompel

In NOU EN gaat Patrick Van Gompel onverdroten op zoek naar de ziel en het karakter van de Nederlanders. Hij baseert zich hiervoor op tientallen interviews met spraakmakende BN’ers en gewone noorderburen. Hij vult dit aan met een rijke voorraad aan liedjes, boeken, cabaret en media. Lees hier het eerste hoofdstuk uit Van Gompels boek over het land van kaas en klompen.

Lees meer »