Leesfragment: Naakt - Mel Meliciousss

Mels ochtenden beginnen jarenlang op dezelfde manier: met de spelletjes die ze met haar vader en zus moet spelen. Mel wil niet, maar ze weet dat het enkel erger wordt als ze zich verzet. Dus Mel droomt. Over hoe ze ooit heel ver weg zal zijn van hier. Jarenlang werd Mel niet gehoord, maar nu doet ze eindelijk haar verhaal,
onverbloemd. Lees hier een fragment uit Naakt.


Naakt
Mel Meliciousss

ISBN: 978 94 6434 226 0
Prijs: €22,50


Politiezone Kempen, hoe kan ik u helpen?’
‘Ik wil graag melding maken van een gevaarlijk afspraakje.’
‘Wat bedoelt u met een gevaarlijk afspraakje?’
‘Een afspraakje dat heel fout had kunnen aflopen.’
‘Maar het afspraakje is niet fout afgelopen?’
‘Nee. Daarom wil ik nu melding maken. Zodat het bij iemand anders niet alsnog fout kan aflopen.’
‘Het afspraakje is niet fout afgelopen en toch wil u melding maken.
Over wat voor soort afspraakje hebben we het, mevrouw?’

‘Een seksafspraak.’
‘Een seksafspraak.’
‘Ja.’
‘Een seksafspraak die fout had kunnen aflopen.’
‘Dat klopt.’
‘Maar niet fout is afgelopen.’
‘Omdat ik bij de pinken was. Omdat ik op tijd reageerde.’
‘En u bent?’
‘Mel.’
‘En wat is uw beroep?’
‘Ik ben sekswerker.’
‘U bent sekswerker.’
‘Ja.’
‘En u had een seksafspraak.’
‘Ja.’
‘Die fout had kunnen aflopen.’
‘Ja.’
‘En hoe kunnen wij u helpen?’

‘Ik ben Natasha en ik ben sekswerker.’
     Honderden keren heb ik die zin hardop tegen mezelf gezegd voor ik bij mijn eerste klant naar binnen liep. Ik ben Natasha.
Voor jou, in elk geval. Voor het escortbureau dat me die naam gegeven heeft. En ook wel voor mezelf. Natasha is veilig. Achter
Natasha kan ik me verschuilen. Natasha zal dit allemaal makkelijker maken. En ik ben sekswerker. Ook voor jou. Of ik dat ook
voor mezelf ben, daar ben ik nog niet helemaal achter. Vandaar dus: Natasha.
     ‘Ik ben Natasha en ik ben sekswerker.’ Ik oefende de zin voor de spiegel. Met rechte rug, terwijl ik mezelf in de ogen keek. Ik
herhaalde het in de auto. Het galmde in mijn oren.
     En dan stond ik daar, voor de deur van het vakantiehuisje dat het escortbureau gebruikte. De man tegenover me was lang,
met grijzende slapen. Hij rook naar munt. Hij stak zijn hand uit. ‘Werner.’
     ‘Hallo, ik ben Mel.’ Terwijl ik Natasha moest zijn! Zenuwachtig sloeg ik mijn hand voor mijn mond. Dat begon al goed. ‘Kom binnen, Mel.’ Werner was een vaste klant van het bureau. Zij wisten gelukkig wel wat ze deden. Hij bood me iets te drinken aan. De cava bubbelde in mijn mond. Ik kalmeerde. We begonnen voorzichtig te zoenen. Werner was zacht, hij deed niks overhaast of bruusk. Ik kalmeerde nog meer. Langzaam deden we onze kleren uit en we hadden rustige seks waarbij hij liggend op mij klaarkwam.
     Daarna strekte Werner zich naast me uit op het bed en hij staarde naar het plafond. ‘Ik zie mijn vrouw verschrikkelijk graag.’
     We keken allebei naar de trouwring rond Werners vinger. 
     ‘We zijn al dertig jaar getrouwd. We hebben drie kinderen. Na de laatste bevalling is ze erg uitgescheurd. Seks doet zoveel
pijn dat ze het niet meer wil.’
     Ik maakte instemmende geluiden.
     ‘Maar een mens heeft nood aan intimiteit. Ik althans. Daarom hebben we afspraken gemaakt, want ik wil bij haar blijven. Ik wil zo dadelijk naar huis gaan om van mijn vrouw te houden.’
     Ik knikte. Ik voelde bewondering en begrip, en ook trots omdat ik een klein deeltje had mogen zijn van deze constructie.
Omdat ik Werner iets had kunnen geven wat hij nodig had om verder te kunnen.
     Ik friste me op, nam afscheid en vertrok. In de auto onderweg naar huis wachtte ik op de schaamte die niet kwam. Ik had niks
gedaan waarvoor ik me moest schamen. Ik had seks gehad met een man die dat ook wilde. Ik had iets goeds gedaan. Ik had
iemand geholpen. Ik was bedankt voor wat ik had gedaan en ik was betaald.
     De auto reed naar het vijfde adres dat ik op twee jaar tijd aan het verslijten was. Een huis, geen thuis, al deed dat er heel even
niet toe. Ik had vandaag een stukje van mezelf gevonden. Vandaag was ik een klein beetje thuisgekomen.


Ik heb heel lang een thuis gehad waarvan ik wilde dat het er niet was. Soms droom ik nog dat ik terug naar dat huis wandel. Hoe ik over straat loop, met aan de ene kant de groene heuvels en aan de andere kant de huizen: keurig in het gelid. Op de hoek de frituur van de ouders van Kurt, die bij mij in de klas zat. Ik kan ze nog voelen in mijn handen: de zware, rode poort naar de voortuin. De schommel die ik altijd voorbijliep, want er was maar één ding echt belangrijk. Eén vraag die ik elke dag weer meteen bij thuiskomst moest stellen. Was papa thuis?
     Op goede dagen was hij er niet, dan kon ik misschien met mijn barbies in de tuin spelen. Op hele goede dagen mochten we
lawaai maken. Dan ging de muziek aan en brandde de discobal in de kamer van mijn broertje. Dan trok ik mijn zus overeind en mochten onze lijven dansen en bewegen zoals wij dat wilden. Soms danste mama mee en konden wij volgen in de wolk van
rozengeur die rond haar deinde. Op zulke momenten konden we negeren hoe we vanaf de honderden foto’s aan de muren naar
onszelf staarden.

Er hingen geen foto’s van papa aan de muur. Ook geen foto’s van papa en mama samen. Papa bekeek zichzelf niet graag. Papa had geen tijd om zichzelf te bekijken. Hij moest al aan te veel denken. Geld, vooral. Als er iets was waar papa voortdurend mee bezig was, dan was het wel geld. Hij kwam zelf uit een gezin van vijf kinderen. Samen met twee van zijn broers was hij geplaatst om financiële redenen. Zijn ouders hoefden hem niet, hij was te duur. Zo hopste papa van pleeggezin naar pleeggezin. Als de last die hij met zich meebracht niet opwoog tegen het pleeggeld dat er met hem verdiend kon worden, mocht hij weer beschikken.
     De man die altijd bezig was met geld, was getrouwd met een vrouw die een gat in haar hand had. Voor ze papa leerde kennen, had mama al enorme schulden en beter was het er nooit op geworden. Mijn ouders waren allesbehalve een ideale combinatie. Sommige koppels tillen elkaar op, andere koppels halen elkaar neer. Mijn ouders waren van de laatste soort.
     Ik had niet veel dromen als kind, maar er was er een die met de regelmaat van de klok terugkwam: dat mijn ouders niet mijn
echte ouders bleken te zijn. Dat ik per ongeluk in het verkeerde gezin was terechtgekomen. Dan zouden mijn echte ouders me
meenemen naar een groot, schoon huis. Een huis met deuren en een grasperk en een keuken die naar pas gebakken cake en verse soep rook. Elk moment zouden mijn echte ouders me kunnen komen halen.
     Dat moment kwam nooit.


Mama was geen mama zoals de mama’s die mijn klasgenootjes hadden. Mama hield niet van koken. Ze kon het eigenlijk ook
niet. Daarom kookte ze altijd meteen in hele grote hoeveelheden, zodat we er vijf dagen van konden eten. Vijf dagen wortelpuree. Vijf dagen spaghetti. Vijf dagen rijst met kip. Kleren wassen, opruimen, boodschappen doen, vooruitdenken en plannen. Het waren niet de dingen die mama graag deed. Het waren zaken waar mama heel vaak gewoon niet aan dacht. Misschien liepen we daarom alleen in een kamerjas rond in huis. Dat gaf minder vuile was.
     Misschien was mama anders omdat haar mama dat ook was geweest. Haar mama was geen goede mama geweest. Althans,
dat was wat mama zei. Ik kende mijn oma niet, maar ik kon het me toch afvragen. Als ik een andere grootmoeder had gehad, hoe anders zou mijn moeder dan zijn geweest?
     Oma had een café en de daarbij horende alcoholverslaving. Opa was voor zover ik wist nooit in beeld geweest. Mama en oma
rooiden het alleen. Samen met ontelbaar veel mannen.
     Wat er allemaal precies was gebeurd met mama als kind wist ik niet, ik kon me er alleen maar iets bij voorstellen. Erge dingen. We hadden het niet makkelijk, dat zei mama ook. Maar dat maakte niet uit, want zij had het nog veel moeilijker gehad.


‘Ik zou zo graag een keer als eerste in bad gaan.’ Ik hing samen met Ciska ondersteboven aan de schommels achter op de speelplaats.
     ‘Wij hebben geen bad. Ik moet altijd in de douche.’ Ciska keek sip. ‘Maar ik mag wel als eerste! Waarom mag jij nooit als eerste?’
     Omdat ik niemands lieveling ben. Dat antwoordde ik niet. Ik zei: ‘Dan is het water nog schoon.’
     Ciska liet zich op de grond zakken en keek me vragend aan. ‘Hoe bedoel je? Water uit de kraan is toch altijd schoon?’
     ‘Maar bij de eerste die in bad gaat, is het nog echt schoon. Als Emie en Jens al in het bad geweest zijn, dan drijft er allerlei viezigheid op het water.’ Ik trok onwillekeurig mijn neus op.
     ‘Krijg jij geen schoon water van je mama?’
     ‘Water is duur,’ echode ik mijn ouders.
     We schommelden een poosje.
     ‘Kom bij mij slapen,’ stelde Ciska voor. ‘Dan kan je douchen. Dat water is altijd schoon. Je mag als eerste. Zo lang je wil.’


Op mijn takenlijstje stond dat ik vandaag de woonkamer moest schoonmaken. Ik zuchtte. Er stonden zoveel beeldjes en prulletjes op de kasten dat ik altijd bang was om iets kapot te maken. Voorzichtig tilde ik de loodzware emmer sop op. Ik moest stil zijn, want mama sliep nog.
     Ik dacht aan Jens, die nog gewoon in zijn bed lag te slapen. Hij had geen taakjes gekregen zoals Emie en ik. Jens hoefde dat
allemaal niet te doen, vond mama. En papa mocht daarover niet eens kwaad worden. Een paar weken terug had Jens een splinternieuwe computer gekregen. Daar had mama hard voor gewerkt. Ze had het triomfantelijk gezegd terwijl Jens de dozen uitpakte. Emie en ik hadden elkaar kort aangekeken. Ik begreep niks van mijn zus, maar soms begrepen we elkaar zonder dat we daar een woord aan vuil moesten maken. Soms wilde ik dat ik Jens kon zijn.
     Een voor een poetste ik de schapjes en de beeldjes die op de kasten stonden. Emie was ondertussen aan het werk in de keuken. Ik hoorde haar rommelen en zuchten. Ik was bijna klaar. Sneller dan Emie! Triomfantelijk veegde ik over het laatste hoekje van de plank en ik draaide me naar de keuken. Te snel. De hoek van mijn doek bleef haken achter het beeldje van een engel. Met veel lawaai knalde het op het laminaat.
     Verstijfd bleef ik staan. Boven bleef het stil. Mama had het niet gehoord. Opgelucht zakte ik door mijn knieën om alles op
te ruimen. 
     Dan hoorde ik boven de deur opengaan. Mama kletterde de trap af. ‘Wat was verdorie dat lawaai?’
     Voor ik iets kon zeggen, sloeg ze met haar hand in mijn gezicht. Vervolgens trok ze aan mijn oor. Mijn hoofd bonkte. Ik piepte iets onverstaanbaars.
     ‘Een ondankbaar wicht ben je! Maar je zal het wel leren!’
     Mijn wang gloeide, mijn oren gonsden. ‘Nee, mama. Toe. Nee, alsjeblief. Het was een ongeluk. Het was per ongeluk!’ Ik bad en smeekte. De zenuwen gierden door mijn lijf, want ik wist waar ik nu naartoe moest.
     Mama hief haar hand opnieuw op. Ik dwong mezelf om niet tegen te wringen, want dat zou alles alleen nog maar erger maken.
     ‘Vooruit. Je weet waar je naartoe moet!’ Mama knipte met haar vingers, alsof ze het tegen een hond had. Ik wierp een laatste,
verlangende blik naar boven. Hoorde ik Jens op de trap? Stond hij ergens te luistervinken? Emie hield zich schuil in de keuken. Ze wist best dat zij uit de buurt van mama moest blijven. Al helemaal als mama kwaad was.
     Langzaam liep ik naar de kelder. Mama gooide de deur achter me dicht. Ik hoorde de sleutel in het slot draaien. Ik ging op de
bovenste trede van de trap zitten. Er was een smal gaatje in de trap naar de bovenverdieping. Het was het enige gaatje dat licht
doorliet. Dat gaatje, dat was het enige wat nu nog belangrijk was. Ik probeerde te stoppen met huilen. Ik moest stoppen met huilen. Ik maakte te veel lawaai. Zo kon ik niet horen of de spinnen dichterbij kwamen. Het was ochtend. Ik zou hier nog lang moeten zitten. Tot papa thuiskwam. Hij zou me straffen.


Meer leesfragmenten

Leesfragment: Naakt - Mel Meliciousss

Mels ochtenden beginnen jarenlang op dezelfde manier: met de spelletjes die ze met haar vader en zus moet spelen. Mel wil niet, maar ze weet dat het enkel erger wordt als ze zich verzet. Dus Mel droomt. Over hoe ze ooit heel ver weg zal zijn van hier. Jarenlang werd Mel niet gehoord, maar nu doet ze eindelijk haar verhaal,onverbloemd. Lees hier een fragment uit Naakt.

Lees meer »

Leesfragment: Breydel - Lisa Demets

In Breydel brengt Lisa Demets de geschiedenis achter de succesvolle branding van de Brugse familie Breydel. Middeleeuwse kronieken vormen de rode draad in dit verhaal over de weg naar de macht van de beroemdste Brugse beenhouwersfamilie in de veertiende en vijftiende eeuw. Lees hier het eerste deel van de inleiding.

Lees meer »

Leesfragment: Over dit gevoel is nagedacht - Tyche Beyens

Over dit gevoel is nagedacht van Tyche Beyens is een queeste naar de liefde van vier eind-twintigers, die dat veelzijdige begrip stapsgewijs proberen te ontleden. Het is een liefdesverhaal over voelen in een eeuw waarin zo veel wordt nagedacht. Lees hier het eerste hoofdstuk uit Beyens' debuut. 

Lees meer »