Eerst had die jonge man uit de Antwerpse Sint-Jacobswijk met alleen een middelbare schooldiploma op de hoek van dit gebouw als ‘klerk tweede klasse’ gewerkt. De volksbibliotheek heette dat toen – in die tijd bestond er nog een groot onderscheid tussen volkse bibliotheken ‘voor kleine lieden’ waar Mane ook zijn liefde voor verhalen als die van Conscience had opgedaan, en de meer high brow hoofdbibliotheek. In 1892 kon Mane, met de hulp van de jonge, liberale burgemeester Jan van Rijswijck in deze ruimte aan de slag, die toen de hoofdbibliotheek was. Hier, in wat vandaag de Nottebohmzaal geworden is, zou de jonge anarchist honderden gepassioneerde brieven schrijven aan vriend August Vermeylen over de oprichting van het essentiële ontzuilde blad Van Nu en Straks. Hier zou hij schrijven naar boezemvrienden Stijn Streuvels en Karel van de Woestijne en hen een belangrijke duw in de rug te geven. Hier, op het prachtige Conscienceplein, zou hij opgewacht worden door de Duitse Kaberdoeszangeres Clara met wie hij een verschroeiende kop-staart-botsing had die enkele jaren later de ingrediënten vormen van zijn lichtjes legendarische stadsroman Wrakken. Hier zou hij ook zijn toekomstige ook al niet al te gelukkige geliefde en vrouw Nora beloeren toen ze bedeesd fluisterend om een boek van de weinig burgerlijke Tolstoi vroeg. Deze literaire kerkbeuk was heel gehorig – Hansen, Manes bibliotheekbaas met de logge berenpoten, droeg hierboven op de gaanderij vilten pantoffeltjes. Daarom durfde Mane haar niet aanspreken uit schrik dat er over hen geroddeld zou worden in het Antwerpen dat in die tijden van technologische revoluties en globalisering van kneuterig nest tot een wereldhaven uitgroeide.
Hier, in dit gebouw zou hij in 1911 tot hoofdbibliothecaris benoemd worden, één van de eerste moderne bibliothecarissen van het land in tijden waarin het woord ‘volksontwikkeling’ nog geen scheldwoord was. Boeken mochten voor hem geen ‘dode dingen’ blijven – het lijkt wel het Antwerpse Bibplan 2020-2025… Hij zette hier, in deze ruimte, bredere publiekswerkingen op met lezingen, tentoonstellingen, de eerste concerten met behulp van een revolutionair 'His Master's Voice-apparaat'. De bibliotheek als multimediaal centrum avant la lettre. Hier zou hij met zijn oude mentor Pol de Mont plannen smeden voor de oprichting van wat nu het Letterenhuis heet – gegroeid uit De Boms grote Conscience-tentoonstelling van 1912.