Jaren op de teller: we beginnen allemaal op 0
‘Hoe oud ben je?’ We vragen nooit: ‘Hoe jong ben je?’ Dat ene getal heeft zowel een emotionele als een culturele en sociale betekenis. De chronologische leeftijd of de kalenderleeftijd is bepalend voor tal van maatschappelijke regels en rituelen. Naar school vanaf 2,5 jaar, leerplicht vanaf 5 jaar, lentefeesten en communies op 6 à 7 en 12 jaar, zelfstandig autorijden vanaf 18 jaar. Betalen voor je bankrekening vanaf 26 jaar en met pensioen vanaf 65 en binnenkort 67 jaar. Tussen die laatste twee zit een leemte waarin we – hoewel sommigen dat misschien anders zouden willen – niet stoppen met verouderen. Hoe groot het getal aan het uiteinde van de x-as voor ieder van ons uiteindelijk zal worden, is onzeker. De x-as is in de wiskunde de horizontale lijn waar aan de linkerkant het getal 0 staat bij de geboorte en aan het uiterste een getal dat de leeftijd van een zeer oud persoon
aantoont. Christoffer Wilhelm Eckersberg (1783-1853) tekende dit kenmerkend in zijn Leeftijden van de mens.
De enige zekerheid die je in het leven hebt, is dat het op een gegeven moment stopt. De chronologische leeftijd, dat ene getal, heeft een impact op mensen. ‘Je bent maar zo oud als je je voelt’ of ‘nog jong van geest zijn’ worden in één adem genoemd als er een verjaardag wordt gevierd waarbij de ‘gelukkige’ toch bedenkingen heeft bij de groter wordende kalenderleeftijd. De mentale leeftijd wordt niet gevierd. Terwijl je als kind vroeger blij was als je eindelijk 12, 16 of 18 werd, vervalt zo’n vreugde onderweg in het volwassen worden. In Italië is 40 jaar een eerste kantelpunt voor ouder worden. Het zit zelfs in hun taal.
‘Ik zit al in de anta-groep. Tien, twintig, dertig, veertig, vijftig, zestig. In het Italiaans is dat dieci, venti, trenta, quaranta,
cinquanta, sessanta. Vanaf veertig zit je in de anta-groep en dat heeft een bepaalde geladenheid.’ (Italiaanse vrouw, 46 jaar)
Het getal 65 wordt vaak als een magische grens gebruikt om een etiket op ouder zijn te kleven, maar het getal op zich onthult niets over de persoon die zo oud geworden is. 65 jaar werd door Otto von Bismarck ingesteld als pensioenleeftijd. Daarbij werd in het achterhoofd gehouden dat de meeste arbeiders die leeftijd zelfs niet haalden. De levensverwachting is sindsdien gestegen en voorlopig lijkt aan de toename van extra levensjaren geen einde te komen. Elk jaar krijgen we er in België gemiddeld zeventig levensdagen bij en we worden almaar ouder. Maar een vraag die niemand wil beantwoorden is: ‘Wanneer is iemand oud?’ In het maatschappelijk debat worden de termen ‘oud’ en ‘jong’ gebruikt, maar zowel jongeren als oudere mensen hebben het moeilijk om het label jong of oud te krijgen. Het label wordt gekoppeld aan biologische processen en sociale constructies die in relatie staan tot de kalenderleeftijd. De leeftijd wordt binnen het biologisch ouder worden en het psychosociaal ouder worden te vaak zwart-wit én als probleem benaderd: jong versus oud, ziek versus gezond, actief versus inactief, bijdragen aan de sociale zekerheid versus gebruikers ervan. We kunnen bij elke tegenstelling voorbeelden bedenken.
De baby tegenover de honderdjarige, de atleet versus de oude aan bed gekluisterde patiënt, de blije werknemer ten opzichte van de fietsende gepensioneerde.
Een oplossing om niet naar die extremen te kijken is om te werken met gemiddelden. In een Vlaams gezin wonen gemiddeld 1,79 kinderen, en een gezin bezit 1,8 auto’s. De waarheid ligt dus ergens in het midden, maar niet in het exacte midden. In het werken met gemiddelden zitten dus ook problemen. Dit helpt misschien om te benchmarken en bepaalde situaties te verklaren, maar niet om mensen te identificeren. Net zoals de uitersten die we eerst aanhaalden, zijn de gemiddelden geen representatie van een groep. Of deze nu jong, oud, of ergens daartussenin zit. De chronologische leeftijd is in onze maatschappij een identiteitsmarkeerder, maar weinig oudere mensen identificeren zich daarmee.
Conclusie is dat je ouder wordt en niet plots oud bent. Het is een geleidelijk en voortdurend proces, geen zwart-wit gegeven van de ene dag op de andere. Iemand labelen als oud vanwege een kalenderleeftijd zal zelden op goedkeuring kunnen rekenen. Wij hanteren daarom twee regels:
1. We spreken liever over mensen die ouder worden en niet over ‘de oudere’.
2. We hanteren geen specifieke leeftijd om oudere mensen te labelen.