'Het boek gaat over de waarde van het leven en de fragiliteit van de mens.' Acteur Herman Verbruggen schreef het voorwoord voor 112 verhalen van Stef Vanlee.

Voorwoord door Herman Verbruggen
Beste lezer,
Dit boek telt eigenlijk geen 112, maar 113 verhalen, want ook ik heb in een ziekenhuis gewerkt. En om je te stimuleren even
verder te lezen: het was op de spoedafdeling. Nu gij?!
Ik behoor namelijk tot de generatie Belgen voor wie de legerdienst − de dienstplicht − nog verplicht was. Voor of na je studies
acht tot tien maanden het land dienen in een mottig kaki kostuum en een veel te grote helm: voor velen was het een welgekomen avontuur (‘In ‘t leger word je pas echt een man!’) en voor sommigen zelfs − zeker na enkele glazen wijn tijdens een
barbecue − de enige opwindende tijd in hun saaie leven.
Voor een twintiger als ik, met tientallen scoutskampen en acht jaar internaat op de teller, was het zuiver tijdverlies. Ik had toen net met enkele collega’s een theaterbedrijfje opgericht waardoor het nogal belangrijk was om ‘een beetje in de buurt te blijven’. Bovendien wilde ik als acteur en oprecht vredelievend mens misschien wel soldaatje spelen, maar het zéker niet worden. Ik koos dus voor het statuut van gewetensbezwaarde, wat een vriendelijke optie is in de wet waarbij je je legerdienst kan omzetten in burgerdienst vanwege je geweten. Diezelfde (dus toch iets minder vriendelijke) wet strafte je dan wel door er wat extra dienstmaanden bij te kletsen: vijftien maanden in de medische sector of achttien maanden in de culturele sector. Om een lang verhaal kort te maken: ik belandde door omstandigheden niet in een of ander theater of cultureel centrum, maar op de spoedafdeling van het Sint-Vincentiusziekenhuis in Antwerpen.
Ik was er de allereerste dienstplichtige sinds hun ontstaan in 1867 en toen ik hen ook nog eens vertelde dat ik acteur was,
hadden ze al helemaal geen idee meer waar ze mij in godsnaam voor konden inzetten. Maar de oplossing volgde snel – urgentie
en snel beslissen is tenslotte die mensen hun specialiteit…
Het waren de beginjaren van de MUG, wat toen nog Delta heette. Het was een gespecialiseerde eenheid met snelle medische
interventiewagens met een spoedarts aan boord en een spoedverpleger achter het stuur. Het Sint-Vincentiusziekenhuis had net haar eigen wagen – de Delta 4 – gekregen en de dag na mijn aankomst gingen ze van start. Op een tafeltje in de dienstkeuken stond een gloednieuw blinkend telefoontoestel, waarlangs de oproepen van de 112 zouden binnenkomen. Het probleem was dat er op drukke momenten in de relatief kleine spoedafdeling niemand beschikbaar zou zijn om die oproepen stante pede te beantwoorden. Een groot probleem… Tot de pientere hoofdverpleger met dé oplossing kwam.
Ik werd benoemd tot operator van dienst en nog voor ik: ’Neeee, help!!’ kon uitroepen, zat ik op een stoel aan het tafeltje in de dienstkeuken. Ik werd een balpen en een clipboard toegestopt en begon aan mijn dienst bij het telefoontoestel. Ik knijp mijn billen weer dicht bij die herinnering. De sympathieke acteur zonder enige medische vorming en ervaring werd plots een cruciale schakel in het 112-systeem. De instructies waren: rustig blijven, de telefoon opnemen met de woorden ‘Delta 4, ik luister’, vervolgens naar de situatie en het adres vragen en dit noteren op het clipboard, en ten slotte op de alarmknop drukken.
De dokter van wacht en verpleger zouden dan een signaal krijgen op hun bieper, waarna ze rennend naar de uitgang mijn
clipboard zouden meegrissen en met gierende banden en loeiende sirene naar de plaats van onheil zouden vertrekken.
Met klamme handen en een ongezond hoge hartslag heb ik drie dagen zitten wachten op de eerste oproep. Ik durfde mijn post niet te verlaten, ging tijdens mijn dienst maar één keer naar het toilet en ‘s middags at ik mijn boterhammen terwijl ik al kauwend staarde naar het levensreddende telefoontoestel. Ik zweette bij de gedachte dat ik zo dadelijk het verschil kon maken tussen leven en dood. Stel dat ik een fout noteer… De verkeerde straatnaam… Of een fout huisnummer… In mijn verbeelding zag ik een vloekende verpleger bij huisnummer zeventig staan, terwijl bij nummer negentig een hevig bloedende man zijn laatste adem uitblies… Help!
Vrij snel werd besloten om het systeem te veranderen. Ik denk dat ik er op dag vier ook wanhopig begon uit te zien. De oplossing was een luide bel in de gang als de telefoon rinkelde, met de instructie aan iedere aanwezige arts of verpleger om op te nemen.
Ik mocht voor de rest van mijn diensttijd doen waar ik goed in was. Koffie maken en zorgen voor sfeer, de interventiewagen
poetsen, de patiënten in de bedden van de spoedafdeling opmonteren, hun maaltijden bezorgen en vooral luisteren naar
dokters en verpleegkundigen die in de koffieruimte hun verhaal kwamen doen. Het was een boeiende, inspirerende en leerrijke
tijd. Voor mij en − naar mijn bescheiden mening − ook voor het ziekenhuis. Dit alles, beste lezer, om je te vertellen dat een niet-klassieke combinatie (acteur-zorgverlener) wel kan werken en zelfs een grote meerwaarde kan zijn voor beide partijen.
En zo komen we tot bij mijn goede vriend Stef, die zo’n niet-klassieke combinatie is. Ik heb hem leren kennen als zeventienjarige acteur bij een groep jonge vrijwilligers in een sociocultureel straattheaterproject. Die jonge acteur werd uiteindelijk
spoedverpleger − hij kon niet kiezen −, maar we zijn hem blijven engageren als speler en entertainer. Vandaag is hij minstens de twee. Naar mijn gevoel is dit interessante boek daar ook het gevolg van.
Als spoedverpleger werkt hij − zeker voor een buitenstaander − in een fascinerende omgeving. Het is de backstage van de stad, de achterkamers van het leven. Hij komt op intrigerende verborgen plaatsen waar we het liefst willen wegblijven, maar wel
alles over willen weten.
Een (creërende) acteur wil per definitie graag gezien worden door het publiek. Hij gaat daarvoor op zoek naar boeiende
thema’s en interessante verhalen door vanuit zijn perspectief te kijken naar de mens. Als spoedverpleegkundige ziet Stef die
mens letterlijk en figuurlijk in zijn zuiverste vorm. Zonder masker, onbegrensd en puur − niet altijd onze mooiste kant. In nood, zo blijkt, tonen we wie we echt zijn.
Voor wie een beetje tussen de regels kan lezen, is dit boek veel meer dan 112 verhalen met, over en op spoed. Het boek gaat ook over de waarde van het leven en de fragiliteit van de mens.
Meer leesfragmenten
Leesfragment: De wiegjes van Lebensborn - Eric Bauwens
Heinrich Himmler, een voormalig kippenkweker, is ervan overtuigd dat je het mensenras even goed kunt veredelen als dieren- en plantensoorten. Hij wil niets minder dan een Nieuwe Mens scheppen. Hij spoort zijn SS’ers aan om zoveel mogelijk kinderen te verwekken bij speciaal daarvoor geselecteerde, ‘raszuivere’ Arische vrouwen. Daartoe richt hij Lebensborn op, een SS-netwerk van kraaminrichtingen en kinderdagverblijven. Wie daar geboren wordt, zal de nieuwe Duitse elite vormen. Eric Bauwens neemt u mee in de geschiedenis van seksualiteit, voortplanting en kinderroof in het Derde Rijk. Duik hier in De wiegjes van Lebensborn en lees de proloog.
Leesfragment: Bot mes - Dieter Rogiers
België is gesplitst. Brussel blijft achter als een verstoten kind, ten prooi gevallen aan vrijbuiters en lijkenpikkers. In een spannend verhaal vol moreel ambigue personages en verrassende plotwendingen gidst de Brusselse auteur Dieter Rogiers de lezer door een surreële stad waarin afkeer en liefde keerzijden zijn van dezelfde medaille. Lees hier een fragment uit Bot mes.
Leesfragment: Scheiding van goederen - Roger Van de Velde
Scheiding van goederen is de niet eerder gepubliceerde debuutroman van Roger Van de Velde, de meest bekende ‘onbekende schrijver’ van de Nederlandse letteren. Willem Elsschot spande zich uitermate in om die gepubliceerd te krijgen. Hij vond het verhaal ‘goed, zelfs zéér goed geschreven’. Lees hier een fragment uit Scheiding van goederen.
Leesfragment: Rijke mensen sterven niet - Jos Pierreux
Een dode migrant heeft een foto in de hand. Op de achterkant staat: ‘Rijke mensen sterven niet.’ De identificatie verloopt moeizaam. Hoe kwam de man aan zijn einde? Lees hier een fragment uit de nieuwste thriller van Knack Hercule Poirotprijswinnaar Jos Pierreux.
Leesfragment: Gemis - Diane Broeckhoven
In Gemis ontrafelt Diane Broeckhoven de broze binnenwereld van een in de steek gelaten kind dat levenslang een groot gemis met zich meedraagt. Lees hier een fragment uit het vijftigste boek van Diane Broeckhoven.
Leesfragment: Antwerp Empire Palace - Patrick Conrad
In 1989 wordt in Hotel Billard Palace het lijk van diamantair Salomo Silbermann gevonden. Tijdens de zoektocht naar de moordenaar duiken de vrienden Manu en Romain op, de speurder Bob Snijders, de nachtportier Ousmane Ndourna en nog meer kleurrijke protagonisten en figuranten als Tien-voor-Twee, den Beer, Belinda Brasil en Astridje van Frituur Astrid. Maar het merkwaardigst van al is de passage van filmdiva Bessie Rogers. Werd zij tien jaar eerder niet dood aangetroffen in Hotel Antwerp Empire Palace? Lees hier een fragment uit Antwerp Empire Palace.